Ontstaan er steeds meer fusies in de kinderopvang?

Fusies in de kinderopvang zijn van alle tijden. Er vinden al 30 jaar fusies plaats in de kinderopvang. Met name wanneer de externe druk toeneemt lijkt het aantal fusies en overnames inderdaad toe te nemen. In de jaren 90 bijvoorbeeld doordat de noodzaak om te professionaliseren toenam. Later door overheidsmaatregelen zoals de Wet Kinderopvang in 2004 en meer stringente wet -en regelgeving en eisen die gesteld werden aan kwaliteit (bijvoorbeeld Wet IKK 2019). De economische opgang en neergang is ook van invloed op het aantal fusies en overnames. De mate waarin is echter per werkgebied en markt verschillend. Overall lijkt een afname van de vraag naar kinderopvang (bijvoorbeeld economische recessie 2012-2015) tot meer fusies te leiden.

Worden kinderopvangorganisaties steeds groter?

Onlangs nog was de fusie tussen de grote kinderopvangorganisaties KidsFoundation en Partou in het nieuws. Een fusie die door Autoriteit Consument en Markt is onderzocht en heeft geleid tot verkoop van een aantal locaties, omdat er anders voor ouders te weinig te kiezen was. Er zijn inderdaad heel grote kinderopvangorganisaties. Door de bank genomen groeien kinderopvangorganisaties echter meer door autonome groei wanneer de vraag naar kinderopvang toeneemt, dan door fusies en overnames. De top 7 in omvang is in de loop van de jaren sterk gegroeid door schaalvergroting en moest ook weer een veer laten tijdens de economische recessie. Er blijven echter ook nog steeds nieuwe kleine organisaties (lees: eenpitters) bijkomen. Ook voor die organisaties is er blijkbaar een markt. De kinderopvangmarkt bestaat nog steeds uit veer meer kleine organisaties dan grote. In de kinderopvang zijn er van klein tot groot, succesvolle en minder succesvolle organisaties. Een ideale omvang van kinderopvangorganisaties bestaat in onze ogen niet. De organisatie kan wel te klein zijn voor het servet en te groot voor het tafellaken. In een volgende blog daarover meer.

Wat zijn redenen om te fuseren?

In 2007 (Kikken) en 2012 (Kikken, Vermeulen) hebben we onderzoek gedaan naar fusies in de kinderopvang. We hebben toen de volgende groepen motieven gevonden: bedrijfseconomische motieven, marktmotieven, organisatiemotieven, motieven m.b.t. de dienstverlening en persoonlijke motieven. Het gaat meestal om een combinatie van motieven en een langere termijn perspectief. Nu lukt het nog, maar hoe zien we onze toekomst? Wanneer (financieel) het water aan de lippen staat, is de druk over het algemeen groot om snel overgenomen te willen worden. Meestal is er bij een combinatie van andere motieven meer tijd en ruimte om een geschikte fusiepartner te vinden. Een motief van kleine organisaties/eenpitters is dat ze op een gegeven moment willen stoppen en hun pensioen dat in het bedrijf zit, veilig willen stellen. De afgelopen 10-15 jaar is bij een aantal organisaties de drang om te willen groeien naar een aantrekkelijkere marktpositie (marktmotief) toegenomen. Andere organisaties fuseren, omdat ze samen meer voor kinderen kunnen betekenen. In hun ogen ontstaat door fusie meer ruimte om expertise/ staf te vormen die ten goede komt aan het primaire proces (dienstverleningsmotief).

Fuseren kinderopvangorganisaties alleen met andere kinderopvangorganisaties?

Kinderopvangorganisaties fuseren niet alleen met organisaties uit dezelfde werksoort. Al in de jaren 90 fuseerden kinderopvangorganisaties met welzijnsorganisaties die van oudsher peuterspeelzaalwerk aanboden. Tijdens de laatste economische recessie namen een aantal organisaties voor primair onderwijs verlieslatende kinderopvangorganisaties over. En de laatste 5 jaar hebben bestuurlijke fusies plaatsgevonden tussen kinderopvang en kinderopvang. Voorbeelden hiervan zijn: UN1EK, Wijzer in opvang en onderwijs en PIT. We zien ook andere voorbeelden, zoals SWK die kinderopvang, buurtwerk, zorg en onderwijs biedt en Wij zijn JONG met Edux Onderwijspartner. Overall zien we meer vormen van samenwerking ontstaan in de keten van het (jonge) kind en ook meer samenwerking tussen werksoorten. De vorm waarin wordt samengewerkt kan een fusie zijn, maar dat is meestal niet het geval.

Is fusie de enige vorm van schaalvergroting in de kinderopvang?

Naast fusies zien we andere vormen van samenwerking in de kinderopvang. Op het continuüm van heel weinig samenwerking hebben tot heel veel samen zijn (lees fuseren), zijn vele samenwerkingsvormen mogelijk. Belangrijk is dat de samenwerkingsvorm aansluit bij het samenwerkingsdoel. De vorm volgt het doel en niet andersom. In een volgende blog meer hierover. Door het aangaan van allianties (partnerships) probeert men op onderdelen te profiteren van schaalvergroting. Voorbeelden hiervan zijn gezamenlijke Shared Service Centra, met als doel de kwaliteit van de backoffice te vergroten met een afname van kosten. De netwerken zoals KINDwijzer en Kwaliteit In Kinderopvang (KIK) zijn ook voorbeelden van schaalvergroting.  KINDwijzer is een coöperatieve vereniging van kinderopvangorganisaties die kennis en werkmethoden delen en verder ontwikkelen. KIK is een vereniging van organisaties die gezamenlijk investeren in de kwaliteit van en het maatschappelijk debat over kinderopvang. Beide hebben niet tot doel om kosten te besparen, maar wel om door samenwerking schaalvoordelen te realiseren.