Schoolleiders in het basisonderwijs en managers kinderopvang werken op heel wat plekken samen in de vorming van kindcentra. Hoe intensief de samenwerking moet worden, kan per kindcentrum verschillen: gaan we samen creëren of worden we samen verantwoordelijk? Dit is afhankelijk van de lokale context. En dat geldt ook voor de aanpak van het samenwerkingsproces. One size fits all bestaat in deze niet. Elke situatie vraagt van de leider andere acties en gedrag. Het is geen sinecure om hier leiding aan te geven: een nieuw werkveld, verschillende culturen, teams in ontwikkeling én de dagelijkse uitdagingen in je school en kinderopvanglocatie.

Onderstaand onze tips voor schoolleiders en managers kinderopvang.

Tip 1 

Ken het speelveld en de spelers en maak er gebruik van.

Welke belangen hebben beide organisaties; welke afspraken zijn er gemaakt op bestuursniveau? Hebben beide organisaties een gezamenlijk beeld bij wat de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang moet opleveren (visie op samenwerking)? Trek in dit proces samen op met je samenwerkingspartner: schoolleider of manager kinderopvang. Spreek bestuurders samen én tegelijkertijd aan. Vraag samen aan beide bestuurders commitment voor jullie kindcentrum ontwikkeling en houd ze samen op de hoogte. Dat laatste kan ook ongevraagd.

Tip 2

Ga op zoek naar jullie ambitie.

Ambitie komt ergens vandaan. Ga bij jezelf op zoek naar je intrinsieke motivatie om een kindcentrum te willen zijn. Een kindcentrum is een middel en geen doel op zich. Wat is jouw persoonlijke verhaal? Ga terug naar het moment dat je zeker wist: dit moet anders en nòg beter voor kinderen, ouders, de samenleving. Deel het met je samenwerkingspartner en gebruik jullie verhalen bij de ontwikkeling van jullie kindcentrumvisie (zie tip 5).

Tip 3

Praat over jullie belangen. Creëer een win-win.

Naast ambities zijn er ook organisatiebelangen. Dat kan bijvoorbeeld de instroom van kinderen zijn of een betere concurrentiepositie. Ze zijn nodig om het beste voor kinderen te kunnen blijven realiseren. Je denkt wellicht te weten welke de belangen van de ander zijn. Weet je ze zeker? Praat erover met je samenwerkingspartner. Elkaars belangen kennen is voorwaardelijk om een win-win te kunnen creëren. Samenwerking werkt wanneer de doelen helder zijn en je weet wat de ander drijft.

Tip 4

Ken de ander, ben nieuwsgierig en geef het voorbeeld.

Investeer in je relatie met je samenwerkingspartner. Maak er tijd voor en zorg dat je de ander leert kennen. Stel veel vragen over de persoon achter de functie en wat deze belangrijk vindt in het werk. Drink samen veel kopjes koffie… en stel je oordeel zo lang mogelijk uit.

Tip 5

Maak van kindcentrumvisie geen ranja.

Wij zijn overtuigd van de toegevoegde waarde van een stevige, goed uitgewerkte kindcentrumvisie. Het is het beeld van waar je naar toe wilt met je kindcentrum en een belangrijk stuurmiddel. Het geeft energie, versterkt de binding en de samenwerking, geeft ruimte voor medewerkers en helpt om de onzekerheid en de waan van alledag te lijf te gaan. Voorwaardelijk is dat er samen een kindcentrumvisie wordt gevormd, dat deze aansluit bij de lokale context en voldoende is uitgewerkt waardoor het voor anderen verhelderend is. De kindcentrumvisie moet niet als ranja zijn: slechts de overeenkomsten van de visies van beide organisaties. Dan houd je gekleurd water over, zonder kraak nog smaak.

Tip 6

Ken de rol van logics. Maak cultuurverschillen niet persoonlijk.

De cultuur van een organisatie wordt in belangrijke mate beïnvloed door maatschappelijke verwachtingen (institutional logics), waaraan je moet voldoen om te kunnen voortbestaan. Ze zijn diepgeworteld in normen, waarden en beïnvloeden in grote mate het gedrag in organisaties en van leerkrachten en pedagogisch professionals. Realiseer je dat de verschillen die je in gedrag ziet (tussen onderwijs en kinderopvang) grotendeels persoonsonafhankelijk zijn. Het gaat niet om Marietje, maar om welke afweging leidt tot het gedrag van Marietje. Ga met je samenwerkingspartner op zoek naar de logics in onderwijs en kinderopvang en bespreek wat er aan ander/nieuw gedrag nodig is.

Tip 7

Weet waar je samen staat.

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat je samen een eenduidig beeld hebt bij waar je in de ontwikkeling als kindcentrum staat. Maak samen met je samenwerkingspartner een analyse van de huidige situatie. We hebben hiervoor acht ontwikkellijnen en vier fases ontworpen. De acht ontwikkellijnen zijn: visie en kindcentrumplan; pedagogische visie – en didactische visie en aanpak; kindcentrum organisatie; ondersteuningsstructuur; medezeggenschap en educatief partnerschap; middelen; kwaliteit en veiligheid; interne en externe communicatie. Hoe ver zijn jullie op welk vlak? Per ontwikkellijn geef je aan in welke fase je je bevindt: apart; afstemmen; samen creëren; samen verantwoordelijk. In het gesprek hierover creëer je gezamenlijke taal en een goede basis voor een kindcentrumplan.

Tip 8

Vind de sleutel.

Ontwikkelingen gaan voor je gevoel soms te langzaam. Wanneer je weet waar je samen staat en aan de slag gaat met het kindcentrumplan is de verleiding groot om extra veel gas te gaan geven. De kunst is om op zoek te gaan naar sleutel voor een volgende stap in de kindcentrumontwikkeling. Zijn er relatief veel nieuwe medewerkers en heeft de kindcentrumvisie weer een boost nodig? Of is de organisatie van het kindcentrum toe aan een nieuwe fase, waardoor je ook de zorg rondom het kind nog kan verbeteren? De kunst is om enkele haalbare acties te kiezen, waarmee je op meerder ontwikkellijnen stappen zet. Denk ook aan laaghangend fruit, waardoor eerste tekenen van samenwerking zichtbaar worden.

Tip 9

Begeleid het parallel proces.

Leerkrachten en pedagogisch medewerkers gaan eenzelfde proces samen door, als jij met je samenwerkingspartner. Ook zij hebben behoefte aan een duidelijk speelveld en het kennen van de spelers, een eigen verhaal, helderheid over belangen en bovenal elkaar echt leren kennen. Het is een parallel proces dat jij met je samenwerkingspartner begeleidt.

Tip 10

Spreek je uit en geef het voorbeeld.

Het is in het samenwerken niet altijd rozengeur en maneschijn. Ga het ongemakkelijke niet uit de weg, maar ga het gesprek aan met je samenwerkingspartner en met leerkrachten en pedagogisch medewerkers wanneer er iets niet lekker loopt. Productieve conflicten zijn na het bouwen aan vertrouwen de volgende fase in teamontwikkeling. Zorg dat je ook hierin een voorbeeld bent voor leerkrachten en pedagogisch professionals.